Steeds meer vispassages in Nederland
De visdeurbel bleek vorig jaar in Utrecht al mateloos populair: met behulp van oplettende Nederlanders werden er ruim 8000 vissen van de Vecht naar de Kromme Rijn doorgelaten. Er was zelfs een visdeurbelbingo! Op steeds meer plaatsen zien we nu oplossingen opduiken die het voor de vissen makkelijker moeten maken om zich door watergangen te verplaatsen. Zo zijn er vispassages, veilige pompen, vistrappen en nu ook visliften. Hoe gaan deze oplossingen in zijn werk en waarom is vismigratie eigenlijk zo belangrijk?
Vismigratie
Wat houdt vismigratie nu precies in? Veel vissoorten ‘reizen’ (migreren) tussen verschillende gebieden. Zo zijn er een aantal soorten, zoals de paling en de bot, die in het voorjaar vanuit de zee via rivieren naar zoete binnenwateren zwemmen. Ze verblijven dan in sloten en plassen, tot ze in het najaar terug naar zee vertrekken. Een deel van de vissen plant zich voort in zoet water, een ander deel in zee.
Migratiemogelijkheden zijn ook van belang voor poldervissen zoals de snoek en de brasem. Het is voor al deze trekvissoorten belangrijk om tijdens iedere levensstadium en seizoen over voldoende geschikt leefgebied te kunnen beschikken.
De visstand vertelt ons veel over hoe gezond en schoon onze rivieren, kanalen, sloten en andere wateren zijn. Ook voor de biodiversiteit in onze natuur is een gezonde visstand belangrijk. Daarom werken waterschappen, Rijkswaterstaat en andere partners samen om trekvissen te helpen bij hun reis.
Vispassages
Dammen, stuwen, sluizen en gemalen zijn nodig om ons tegen overstromingen te beschermen. Tegelijk maken ze de wateren moeilijker bereikbaar voor vissen. Om vissen een vrije doorgang te bieden, hebben Rijkswaterstaat en de waterschappen de afgelopen decennia in het hele land vispassages aangelegd. Zo kunnen vissen van het ene naar het andere water trekken. Ze kunnen zelfs via beken en rivieren de grens over naar Duitsland en België. Vispassages zijn vaak (houten) constructies die hoogteverschillen overbruggen en zo de vis naar hoger of lager gelegen water kunnen brengen.
Er wordt dus al jaren gewerkt aan het passeerbaar maken van wateren in Nederland, door sluizen op een kier te zetten en vispassages aan te leggen. Dit gebeurde grotendeels onder de naam ‘Ruim baan voor vis’.
Ook dit jaar zien we steeds meer nieuwe oplossingen die de migratie van vissen nog verder moet bevorderen en de trekvissen weer terug moet brengen naar het Nederlandse water.
We zitten hier aan de Caspargouwse wetering. Die komt uit op het Amsterdam-Rijnkanaal.
Maar de vissen moeten van het ene water naar het andere water kunnen.
En daarom is er hier een grote vispassage gebouwd
De vis wil in de winter zijn overwinteringswater hebben, dieper.
En in het voorjaar en zomer dit water, dat half begroeid is en wat ondieper is.
Waardoor de vis kan paaien en jongen kan voortbrengen.
Stuwen, dammen, sluizen en gemalen. dat vormen de barrières.
Daar kan de vis of niet door, of ze wordt zoals het woord al zegt: "gemalen".
Waardoor je ook meemaakt dat de visstand achteruit loopt.
Daarom zijn de vispassages dus zo hard nodig.
Nieuwe oplossingen
In Rotterdam is eerder dit jaar een vistrap aangelegd in de Leuvekolk. Deze passage bestaat uit een aantal betonnen bassins, die telkens zes centimeter hoger of lager liggen. Op deze manier ‘klimmen’ of ‘dalen’ de vissen van punt A naar punt B. Er wordt gewerkt in stapjes van 6 centimeter, zodat de stroming nergens te sterk wordt en tussendoor zijn er rustplekken. Zo kunnen de vissen even bijkomen van de tocht. Hier vind je een reportage van OPEN Rotterdam over deze vistrap.
Een andere oplossing die we de laatste tijd op meerdere plekken zien is de vislift. Zo werd er enkele maanden geleden bij de Papsluis een nieuwe vislift aangelegd, die de vissen moet helpen om van de ene kant naar de andere kant van de sluis te komen. De vislift bij de Bakkerskil heeft een ronde vorm, waarin de vissen via een soort wokkel naar boven zwemmen. De lift past automatisch de stroomsnelheid aan naar de vissoort en de vismigratieperiode. Op die manier is deze vispassage zowel geschikt voor grote en sterke als kleine en wat minder sterke vissen. Hier vind je een handige afbeelding die laat zien hoe de lift precies werkt.
Ook bij gemaal de Zwaan in Lopik kunnen vissen binnenkort de lift nemen en door een buis zwemmen vanuit de Maalvliet naar de Lopikerwetering. Tussen de twee watergangen moet een hoogteverschil van 2 meter overbrugd worden. De kamers in de lift lopen ook hier in een spiraal naar beneden. Een monitoringssysteem met camera’s geeft zicht op de vissen die passeren. De stroomsnelheid van het water in de lift is op afstand aan te passen. Hier kun je meer lezen over deze nieuwe vislift van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Meer weten?
Wil je meer weten over vismigratie en vispassages? Luister dan deze interessante podcastaflevering van Rijkswaterstaat: Vissen zonder grenzen. Op deze pagina op onze website vindt je nog meer achtergrondinformatie over vismigratie.